Psalmen 3 EBV24
1. Een psalm van David, toen hij vluchtte voor zijn zoon Absalom.
2. O HEERE, wat zijn er velen die mij benauwen, velen staan tegen mij op.
3. Velen zeggen van mijn ziel: “Voor hem is er geen redding bij GOD!” Sela.
4. Maar U, HEERE, bent een schild voor mij, mijn heerlijkheid, U bent het die mijn hoofd opheft.
5. Met mijn stem riep ik tot de HEERE en Hij antwoordde mij vanaf zijn heilige berg. Sela.
6. Ik ging liggen en sliep, ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij.
7. Ik ben niet bang voor de tienduizenden van het volk, die zich om mij heen hebben opgesteld.
8. Sta op, HEERE, red mij, mijn GOD, want U hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, de tanden van de boosdoeners hebt U verbrijzeld.
9. De redding is van de HEERE, uw zegen rust op uw volk. Sela.