Logo
🔍

Psalmen 40 BB

« Psalm 40

1. Een lied van David. Voor de leider van het koor.

2. Ik bad vurig tot de Heer. En Hij luisterde toen ik Hem om hulp riep.

3. Toen trok Hij me uit de put, Hij haalde me uit het moeras van ellende. Hij zette mijn voeten weer op stevige bodem. Hij gaf me vaste grond onder de voeten.

4. En Hij gaf me een nieuw lied, een lied om onze God te danken. Iedereen die hoort wat God heeft gedaan, zal ontzag voor Hem krijgen en op Hem gaan vertrouwen.

5. Het is heerlijk voor je als je op Hem vertrouwt, en niet op mensen die denken dat ze God niet nodig hebben, op mensen die geloven in leugens.

6. Mijn Heer God, wat heeft U toch veel wonderen gedaan. Wat heeft U toch mooie plannen met ons. Ik wil alles vertellen wat U heeft gedaan, maar het is te veel om op te noemen.

7. Het gaat U er niet om dat we U allerlei offers brengen. U wil eigenlijk geen dier-offers, meel-offers, brand-offers en vergevings-offers. U heeft ons oren gegeven en het gaat U er om dat we U gehoorzaam zijn.

8. Daarom zeg ik: "Hier ben ik. In de Boeken staat al wat ik moet doen.

9. God, ik wil graag doen wat U van mij vraagt. Uw wet staat in mijn hart geschreven."

10. Als we in een grote groep bij elkaar komen, vertel ik iedereen hoe goed U bent. U weet, Heer: ik kan mijn mond daarover niet houden!

11. Ik kan het niet vóór me houden dat U goed bent. Ik vertel iedereen van uw trouw en redding. Iedereen moet van uw grote liefde horen.

12. Heer, bescherm mij alstublieft altijd, omdat U liefdevol bent en trouw.

13. Want ramp na ramp overvalt mij. Ik heb zoveel verkeerde dingen gedaan, dat ik eronder bedolven word. Het zijn er meer dan de haren op mijn hoofd! Ik heb alle hoop verloren.

14. Heer, red me alstublieft! Heer, kom me toch gauw helpen!

15. Laat de mensen die mij willen doden rood van schaamte worden! Laat de mensen die hopen op mijn dood terugdeinzen en voor schut staan.

16. Leg de mensen die over mij lachen het zwijgen op, want ze zeggen: "Ha, kijk hem nu eens!"

17. Maar laten alle mensen die van U houden, juichen en blij zijn. Laat iedereen die van U houdt steeds kunnen zeggen: "De Heer doet machtige dingen!"

18. Ook al ben ik er ellendig aan toe en zit ik in grote moeilijkheden, toch vergeet U mij niet. U helpt mij, want U bent mijn Redder. Mijn God, haast U om mij te redden!

»