Psalmen 46 EBV24
1. Voor de koorleider. Van de zonen van Korach. Met hooggestemde harpen. Een lied.
2. GOD is ons een toevlucht en sterkte. Hij is een buitengewone hulp gebleken in benauwdheden.
3. Daarom zullen wij niet vrezen, al verandert de aarde van gedaante, al storten de bergen in het hart van de zeeën,
4. al bruisen en schuimen hun wateren, al beven de bergen door hun onstuimigheid! Sela.
5. De beken van de rivier zullen de stad van GOD verblijden, het Heiligdom van de Woningen van de Allerhoogste.
6. GOD is in haar midden, zij zal niet wankelen, GOD zal haar helpen bij het aanbreken van de morgen.
7. Volken woelden, koninkrijken kwamen in beweging. Hij liet zijn stem horen, de aarde smolt.
8. De HEERE van de legermachten is met ons, de GOD van Jakob is een hoge burcht voor ons. Sela.
9. Kom, aanschouw de daden van de HEERE, Hij die verschrikkingen over de aarde brengt.
10. Hij doet de oorlogen ophouden tot aan het einde van de aarde. De boog verbreekt Hij en de lans slaat Hij in stukken, de wagens verbrandt Hij met vuur.
11. Houd ermee op! Weet dat Ik GOD ben. Ik zal verhoogd worden onder de volken, Ik zal verhoogd worden op aarde.
12. De HEERE van de legermachten is met ons, de GOD van Jakob is een hoge burcht voor ons. Sela.