Logo
🔍

Psalmen 50 VB

« Psalm 50

1. Een psalm van Asaf. De allerhoogste God, de Heer, spreekt! Hij roept de aarde op van waar de zon opgaat tot waar hij ondergaat.

2. Uit Sion, volmaakt in schoonheid, verschijnt God in stralend licht.

3. Onze God komt en zal niet zwijgen. Een verterend vuur gaat voor Hem uit, rondom Hem raast een hevige storm.

4. Hij roept de hemel op, daar boven, en ook de aarde, voor het oordeel over zijn volk:

5. "Breng wie Mij zijn toegewijd hier bijeen, hen die met offers een verbond met Mij hebben gesloten."

6. De hemel maakt Gods rechtvaardigheid bekend, want God Zelf is de Rechter. (Sela)

7. "Luister, mijn volk, dan zal Ik spreken, Ik zal tegen je getuigen, volk van Israël, want Ik, God, ben jouw God.

8. Het is niet om je offers dat Ik je beschuldig, want Ik zie je voortdurende brandoffers.

9. Maar Ik heb geen stieren uit je stallen nodig, geen bokken uit je kooien,

10. want alle wilde dieren in het bos zijn van Mij, alle beesten op duizenden bergen.

11. Ik ken elke vogel in het gebergte en alle dieren in het veld zijn van Mij.

12. Als Ik honger had, zou Ik het je niet zeggen, want van Mij is de wereld, met alles wat er leeft.

13. Eet Ik soms het vlees van stieren? Zou Ik het bloed van bokken drinken?

14. Offer God je dankbaarheid, los je geloften aan de Allerhoogste in!

15. Roep Mij aan in tijden van nood, dan zal Ik je redden en je zult Mij eren."

16. Maar tegen de goddelozen zegt God: "Met welk recht noem je mijn voorschriften en doe je een beroep op mijn verbond?

17. Je haat immers mijn terechtwijzing, en legt mijn woorden naast je neer.

18. Als je een dief ziet, doe je met hem mee, je bent bevriend met overspelplegers.

19. Met je mond sticht je kwaad, je tong spreekt niets dan bedrog.

20. Je beschuldigt je eigen broer, belastert de zoon van je eigen moeder!

21. Dit is wat je doet en Ik heb gezwegen. Je denkt daarom dat Ik ben zoals jij. Maar Ik zal je beschuldigen, Ik som je al je wandaden op.

22. Denk hieraan, jij die God vergeet, anders zal Ik je verscheuren, en niemand die jou redt!

23. Wie Mij zijn dankbaarheid toont, eert Mij. Aan wie de rechte weg gaat, laat Ik zien dat God redt."

»