Psalmen 54 EBV24
1. Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een overdenking van David.
2. Toen de Zifieten gekomen waren en tegen Saul gezegd hadden: “Houdt David zich niet bij ons verborgen?”
3. O GOD, red mij door uw Naam, doe mij recht door uw grote macht.
4. O GOD, luister naar mijn gebed, hoor toch naar de uitspraken van mijn mond.
5. Want vreemden staan tegen mij op, geweldenaars hebben het op mijn ziel gemunt. Zij stellen zich GOD niet voor ogen. Sela.
6. Zie, GOD is mijn helper. Mijn Heer is bij hen die mijn ziel ondersteunen.
7. Hij zal het kwaad vergelden aan wie mij belagen. Roei hen uit in uw trouw.
8. Vrijwillig zal ik U offers brengen, uw Naam zal ik danken, o HEERE, want Hij is goed.
9. Want Hij heeft mij bevrijd uit alle nood, mijn oog keek neer op mijn vijanden.