Logo
🔍

Psalmen 59 VB

« Psalm 59

1. Een gedicht van David. Voor de koorleider. Op de wijs van: 'Vernietig niet'. Toen Saul Davids huis had laten bewaken om hem te doden.

2. Red mij van mijn vijanden, mijn God, wees mijn burcht tegen mijn belagers.

3. Red mij van wie onrecht doen, bevrijd mij van wie bloed vergieten.

4. Want ze loeren op mijn leven, ze spannen tegen mij samen, hoewel ik niet gezondigd heb en geen misstap heb begaan, Heer.

5. Ze stormen op mij af en bedreigen mij, zonder dat ik kwaad heb gedaan. Word wakker, kom mij te hulp! Zie wat er gebeurt!

6. Ja, U, Heer, God van de hemellegers, God van Israël, ontwaak en straf al die volken! Heb met niemand genade die een verrader is en onrecht bedrijft. (Sela)

7. Elke avond komen ze terug, ze zwerven door de stad als blaffende honden.

8. Ze storten beledigingen over mij uit, woorden als zwaarden komen van hun lippen, 'want,' denken zij, 'wie hoort het?'

9. Maar U, Heer, lacht om hen, U zult alle volken bespotten.

10. U bent mijn kracht, ik wacht op U, want God is mijn burcht.

11. Mijn God, die mij liefheeft, komt mij te hulp. God zal mij de overwinning geven op mijn belagers.

12. Dood hen niet, want dan zou mijn volk het vergeten, maar verdrijf hen door uw macht, sla hen dan neer, Heer, ons schild,

13. vanwege de zonden van hun mond, de woorden van hun lippen. Breng hen door hun eigen hoogmoed ten val, vanwege hun vervloekingen en leugens.

14. Maak een eind aan hen in uw toorn, vaag hen weg, zodat ze er niet meer zijn. Laat hen weten dat God regeert in Jakob en tot aan de einden der aarde. (Sela)

15. Laten ze maar elke avond terugkomen, door de stad zwerven als blaffende honden

16. die hongerig op zoek naar eten zijn, en laat hen onverzadigd gaan slapen.

17. Maar ik zal zingen over uw kracht, elke morgen juichend uw liefde bezingen, omdat U mijn burcht bent, mijn schuilplaats in tijden van nood.

18. U bent mijn kracht, van U wil ik zingen, want God is mijn burcht, mijn liefdevolle God.

»