Logo
🔍

Psalmen 60 STV

«

1. Een gouden kleinood van David tot lering, voor den opperzangmeester, op Schusan Eduth;

2. Als hij gevochten had met de Syriërs van Mesopotamië, en met de Syriërs van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend.

3. O God! Gij hadt ons verstoten, Gij hadt ons gescheurd, Gij zijt toornig geweest; keer weder tot ons.

4. Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees zijn breuken, want het wankelt.

5. Gij hebt Uw volk een harde zaak doen zien; Gij hebt ons gedrenkt met zwijmelwijn.

6. Maar nu hebt Gij dengenen, die U vrezen, een banier gegeven, om die op te werpen, vanwege de waarheid. Sela.

7. Opdat Uw beminden zouden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons.

8. God heeft gesproken in Zijn heiligdom; dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.

9. Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraïm is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever.

10. Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen! juich over mij, o gij Palestina!

11. Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom?

12. Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten?

13. Geef ons hulp uit de benauwdheid, want ’s mensen heil is ijdelheid.

14. In God zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders vertreden.

»