Psalmen 64 EBV24
1. Voor de koorleider. Een psalm van David.
2. Luister, o GOD, naar mijn stem wanneer ik klaag, bescherm mijn leven voor de dreiging van de vijand.
3. Verberg mij voor de samenzwering van de boosdoeners, voor de menigte van hen die ongerechtigheid doen,
4. die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord op mij richten, als hun pijl,
5. om vanuit schuilplaatsen op de volmaakte te schieten. Plotseling schieten zij op hem, zij hebben immers niets te vrezen.
6. Zij maken zich sterk voor een slechte zaak, zij spreken ervan om heimelijk valstrikken uit te zetten. Zij zeggen: “Wie zal ze zien!”
7. Zij zinnen op allerlei misdaden: “Wij hebben het gevonden, een uitgekookt plan!” Het binnenste van een man en zijn hart zijn diep.
8. GOD zal met een pijl op hen schieten, plotseling zullen hun plagen komen.
9. Hun eigen tong zal hen over zichzelf doen struikelen, ieder die hen ziet, zal vluchten.
10. Alle mensen zullen vrezen en het werk van GOD verkondigen en aandachtig kijken naar wat Hij doet.
11. De rechtvaardige zal zich verblijden in de HEERE en bij Hem schuilen, alle oprechten van hart zullen zich gelukkig prijzen.