Logo
🔍

Psalmen 71 VB

« Psalm 71

1. Bij U, Heer, zoek ik bescherming, maak mij nooit beschaamd.

2. Red mij door uw rechtvaardigheid en bevrijd mij. Luister naar mij met een open oor en verlos mij.

3. Wees mijn rots waarop ik kan wonen en waar ik altijd heen mag gaan. U hebt bevolen mij te redden, want U bent mijn rots, mijn burcht.

4. Mijn God, red mij uit de macht van goddelozen, uit de greep van die wrede schurken,

5. want U bent mijn hoop, Heer Heer, mijn vertrouwen van jongs af aan.

6. Op U vertrouw ik al vanaf mijn geboorte, U trok mij tevoorschijn uit mijn moeders schoot. Daarom prijs ik U voortdurend.

7. Voor velen ben ik een teken, een wonder, omdat U mijn machtige schuilplaats bent.

8. Laat mijn mond met een loflied voor U gevuld zijn, laat hem de hele dag vol zijn van uw heerlijkheid.

9. Wijs mij niet af nu ik oud ben geworden, verlaat mij niet nu mijn kracht verzwakt.

10. Want mijn vijanden praten over mij, ze loeren op mijn leven. Ze beraadslagen met elkaar en zeggen:

11. "God heeft hem verlaten. Achtervolg hem! Grijp hem! Niemand zal hem redden!"

12. God, houd U niet op een afstand, mijn God, kom mij snel te hulp!

13. Zet te schande en richt te gronde degenen die mij naar het leven staan. Overlaad met smaad en bedek met schande degenen die mij kwaad willen doen.

14. Maar ik, ik zal altijd hoop hebben, meer en meer zal ik U prijzen.

15. Mijn mond zal uw rechtvaardigheid verkondigen, zal elke dag spreken over uw reddende daden – het zijn er meer dan ik tellen kan.

16. De machtige daden van de Heer Heer zal ik verkondigen, U prijzen voor uw rechtvaardigheid – U alleen.

17. God, U onderwees mij van jongs af aan, en nog steeds spreek ik over uw wonderen.

18. Verlaat mij daarom niet, God, nu ik oud en grijs geworden ben, opdat ik de volgende generatie kan vertellen over uw sterke arm, aan alle nakomelingen uw macht bekend kan maken.

19. Uw rechtvaardigheid, God, is hemelhoog. U hebt grote dingen gedaan – God, wie is als U?

20. U hebt mij veel moeite en ellende laten meemaken, maar U zult mij weer levend maken, mij opheffen uit de waterdiepten der aarde.

21. U zult mijn aanzien vergroten, mij omringen met uw troost.

22. Ik zal U loven met harpmuziek, uw trouw zal ik prijzen, mijn God, ik zal liederen zingen met muziek op mijn citer, voor U, de Heilige van Israël.

23. Mijn lippen zullen jubelend zingen, ook mijn ziel, die U hebt gered.

24. De hele dag zal mijn tong over uw rechtvaardigheid spreken, want zij die mij kwaad wilden doen, staan beschaamd en hebben het schaamrood op de kaken.

»