Logo
🔍

Psalmen 72 VB

« Psalm 72

1. Voor Salomo. God, geef dat de koning heerst volgens uw wetten, geef de koningszoon uw rechtvaardigheid.

2. Laat hij uw volk rechtvaardig leiden en opkomen voor de rechten van de zwakken.

3. Dan zullen de bergen uw volk vrede brengen, ook de heuvels, door rechtvaardigheid.

4. Hij zal opkomen voor de armen van het volk, de zwakken zal hij bevrijden, de onderdrukkers zal hij verbrijzelen.

5. Men zal diep ontzag voor U hebben, zolang de zon en de maan aan de hemel staan, van generatie op generatie.

6. Hij zal zijn als regen op een gemaaide akker, als regendruppels die de aarde bevochtigen.

7. In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, er zal grote vrede zijn, totdat de maan er niet meer is.

8. Hij zal heersen van zee tot zee, vanaf de Rivier tot aan de einden der aarde.

9. De woestijnbewoners zullen voor hem knielen, zijn vijanden zullen het stof [van zijn voeten] likken.

10. De koningen van Tarsis en de kustlanden zullen hem schatting brengen. De koningen van Scheba en Saba zullen hem eren met geschenken.

11. Ja, alle koningen zullen zich voor hem buigen, alle volken zullen hem dienen.

12. Want hij redt de arme die om hulp roept, hij redt wie in nood is en geen helper heeft.

13. Hij ontfermt zich over zwakken en armen, hij redt het leven van wie behoeftig zijn.

14. Hij redt hen van uitbuiting en geweld, omdat hun leven kostbaar is in zijn ogen.

15. Hij zal lang leven en men zal hem goud uit Scheba brengen, voortdurend voor hem bidden, hem elke dag zegenen.

16. Er zal volop graan zijn in het land, het ruist op de bergtoppen als [de bossen op] de Libanon. De stadsbewoners zullen bloeien als het gewas op de velden.

17. Zijn naam zal eeuwig blijven bestaan, zolang de zon er is, zal zijn naam voortleven en worden doorgegeven van zoon op zoon. Met zo'n koning zal men zich gezegend noemen. Alle volken zullen hem gelukkig prijzen.

18. Geprezen is de Heer God, de God van Israël. Hij alleen doet wonderen.

19. En geprezen is zijn heerlijke naam, tot in eeuwigheid. Laat heel de aarde met zijn heerlijkheid worden vervuld. Amen, ja, amen.

20. Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.

»