Psalmen 76 EBV24
1. Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van Asaf, een lied.
2. GOD is bekend in Juda, zijn Naam is groot in Israël.
3. In Salem is zijn loofhut, zijn Woning in Sion.
4. Daar verbrak Hij de vlammende pijlen van de boog, het schild, het zwaard en de strijd. Sela.
5. Ontzagwekkender en machtiger bent U dan de roofzuchtige bergen.
6. Sterken van hart werden beroofd. Zij sluimerden en vielen in slaap, niet één van alle strijdbare mannen kon zich verzetten.
7. Door uw bestraffing, o GOD van Jakob, zijn wagen en paard in diepe slaap verzonken.
8. U, ja U, bent ontzagwekkend, wie kan voor uw aangezicht standhouden, als uw toorn oplaait?
9. Uit de hemel liet U een oordeel horen. De aarde was bevreesd en werd stil,
10. toen GOD opstond om te oordelen, om alle zachtmoedigen van de aarde te redden. Sela.
11. Want de woede van de mens zal U eens dank brengen, het overblijfsel van de woede zult U beteugelen.
12. Leg geloften af en kom ze na aan de HEERE, jullie GOD. Laten allen die rondom Hem staan geschenken brengen aan Hem die te vrezen is,
13. die de geest van vorsten snoeit, Hij die gevreesd wordt door de koningen van de aarde.