Psalmen 80 BB
1. Een lied van Asaf, op de wijs van: 'De lelies'. Voor de leider van het koor.
2. Heer, Herder van Israël, luister alstublieft! U leidt ons zoals een herder zijn kudde leidt. U die tussen de engelen troont, verschijn nu in uw volle pracht!
3. Kom zo uw volk redden. Laat ons zien hoe machtig U bent.
4. God, zorg er alstublieft voor dat het weer goed gaat met ons! Wees weer goed voor ons, dan worden we gered.
5. Heer, God van de hemelse legers, hoelang blijft U nog zó boos op uw volk, dat U niet wil luisteren naar onze gebeden?
6. U geeft ons ellende te eten. U geeft ons tranen te drinken.
7. Onze buurlanden maken er ruzie over wie van hen ons land mag hebben. Onze vijanden lachen ons uit.
8. God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed gaat met ons! Wees weer goed voor ons, dan worden we gered.
9. U groef in Egypte een wijnstruik uit: Israël. U verjoeg allerlei volken en plantte die struik in hun land.
10. U bewerkte de grond, zodat de struik ruimte kreeg om te wortelen. Hij groeide en vulde het land.
11. De schaduw van de struik kwam tot aan de bergen, zijn takken waren zo groot als cederbomen.
12. Ze groeiden tot aan de zee in het westen, tot aan de Rivier in het oosten.
13. Waarom heeft U de muren rondom uw wijnstruik afgebroken? Nu kan iedereen die langs loopt de druiven plukken!
14. De wilde zwijnen uit het bos vertrappen hem. De wilde dieren vreten hem kaal.
15. God van de hemelse legers, kom alstublieft bij ons terug! Kijk vanuit de hemel naar ons en zorg alstublieft voor ons, uw wijnstruik!
16. Zorg alstublieft voor de stek die U Zelf heeft geplant, die U Zelf heeft verzorgd als een zoon tot hij groot was.
17. Hij is afgehakt en in brand gestoken. Maar U zal uw vijanden daarvoor straffen!
18. Bescherm de zoon die U heeft uitgekozen, de zoon die U Zelf heeft grootgebracht.
19. Dan zullen we niet meer bij U weglopen. Red ons, dan zullen we U aanbidden.
20. Heer, God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed met ons gaat. Wees weer goed voor ons, dan worden we gered.