Logo
🔍

Psalmen 94 BB

« Psalm 94

1. God, kom alstublieft rechtspreken. Kom in uw blinkende licht.

2. Kom, Rechter van de aarde, en geef de mensen die denken dat ze kunnen doen wat ze willen, hun verdiende loon.

3. Hoelang zullen de slechte mensen nog denken dat ze het voor het zeggen hebben?

4. Hoelang zullen ze nog trots lopen opscheppen? Hoelang hebben ze nog het hoogste woord?

5. Ze vertrappen uw volk, Heer, uw eigen volk verdrukken zij.

6. Ze doden weduwen en vreemdelingen. Ze vermoorden weeskinderen.

7. Ze zeggen: "De Heer ziet het toch niet. De God van Jakob merkt het niet."

8. Denk na, dwazen! Wanneer worden jullie eens verstandig?

9. Zou Hij die het oor heeft gemaakt, Zelf niets horen? Zou Hij die het oog heeft gemaakt, Zelf niets zien?

10. Zou Hij die de volken straft, jullie niet straffen? Zou Hij die de mensen kennis geeft, Zelf niet weten wat zij doen?

11. De Heer kent al hun gedachten. Hij weet dat die niets te betekenen hebben.

12. Het is goed voor je als de Heer je opvoedt. Het is heerlijk voor je als Hij je leert hoe je leven moet.

13. Want in moeilijke tijden zal Hij je rust geven, totdat Hij afgerekend heeft met de mensen die zich niets van Hem aantrekken.

14. De Heer zal zijn volk niet verlaten. Zijn eigen volk laat Hij niet in de steek.

15. Hij zal ervoor zorgen dat er weer eerlijk wordt rechtgesproken. De mensen die leven zoals God het wil, zullen daar blij over zijn.

16. Wie komt voor mij op tegen mijn vijanden? Wie komt mij helpen tegen de slechte mensen?

17. Als de Heer mij niet had geholpen, zou ik al lang dood zijn geweest.

18. Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer.

19. Steeds als ik wanhopig was, troostte U mij en gaf U mij weer hoop.

20. Zou U ook maar íets te maken hebben met die onrechtvaardige rechters, die doen alsof ze eerlijk zijn, maar intussen het recht buigen?

21. Ze jagen op het leven van eerlijke mensen. Onschuldige mensen veroordelen ze ter dood.

22. Maar de Heer is mijn burcht waar ik veilig ben. Mijn God is de rots waarop ik stevig sta.

23. Hij zal hen straffen voor hun slechtheid. Onze Heer God zal hen vernietigen.

»