Psalmen 95 EBV24
1. Kom, laten wij juichen voor de HEERE, laten wij uitbarsten in gejubel voor de Rots van onze redding.
2. Laten wij met dank voor zijn aangezicht komen, laten wij Hem met psalmen luid bejubelen.
3. Want de HEERE is een groot God, een groot Koning boven alle goden.
4. In zijn hand zijn de diepten van de aarde, de torenhoge bergen zijn van Hem.
5. De zee is van Hem, want Hij heeft die gemaakt, en zijn handen hebben het droge gevormd.
6. Kom, laten wij neerknielen en ons buigen, laten wij knielen voor de HEERE, die ons heeft gemaakt,
7. want Hij is onze GOD en wij zijn het volk van zijn weide, de schapen van zijn hand. Als jullie vandaag zijn stem horen,
8. verhard jullie hart dan niet, zoals in Meriba, zoals op de dag van Massa in de woestijn,
9. waar jullie vaderen Mij verzochten, Mij op de proef stelden, ook al zagen zij mijn werk.
10. Veertig jaren heb Ik van deze generatie gewalgd en heb Ik gezegd: “Zij zijn een volk met een dwalend hart, zij kennen mijn wegen niet.”
11. Daarom heb Ik in mijn toorn gezworen: “Nooit zullen zij in mijn rust komen!”