Logo
🔍

Openbaring 1 BB

Inleiding

1. God heeft aan Jezus Christus laten weten wat er binnenkort zal gebeuren. Hij wil dat Jezus het aan zijn dienaren bekend maakt. Daarom stuurt Jezus een engel naar zijn dienaar Johannes om hem alles te vertellen.

2. Johannes heeft opgeschreven wat hij heeft gehoord en gezien.

Johannes doet de groeten aan de gemeenten in Asia

3. Het zal heerlijk zijn om dit boek voor te lezen. En het zal heerlijk voor de mensen zijn om goed naar deze profetische woorden te luisteren en ze goed te onthouden. Want al deze dingen gaan bijna gebeuren.

4. Johannes schrijft dit aan de zeven gemeenten in Asia (= Turkije): Ik bid dat God in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van Hem die is en die was en die komt, de vrede van de zeven Geesten die voor zijn troon staan,

5. en de vrede van Jezus Christus. Hij heeft ons de hele waarheid bekend gemaakt en Hij is te vertrouwen. Hij is de eerste die uit de dood opstond. Hij is de hoogste Koning op aarde. Hij houdt zoveel van ons, dat Hij ons door zijn bloed heeft schoongewassen van onze ongehoorzaamheid aan God.

6. Daarom moeten we Hem alle eer geven! Hij heeft koningen van ons gemaakt en priesters voor zijn God en Vader. Hij regeert voor altijd en eeuwig! Amen! Zo is het!

7. Hij zal komen op de wolken. Iedereen zal Hem zien, ook de mensen die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen over Hem huilen en treuren. Ja, amen, zo is het!

Jezus geeft Johannes de opdracht dit boek te schrijven

8. "IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. IK BEN Hij die is en die was en die komt, de Almachtige God, zegt de Heer."

9. Ik, Johannes, jullie broeder, word net als jullie verdrukt. Ook ik hoor bij het Koninkrijk van God. En ook ik kan alleen volhouden dankzij Jezus. Omdat ik in Gods woord en in Jezus geloof, werd ik naar het eiland Patmos verbannen.

10. En mijn geest werd meegenomen naar de dag van de Heer. En ik hoorde achter mij een luide stem die klonk als een ramshoorn.

11. De stem zei: "IK BEN de Eerste en de Laatste. Alles wat je nu gaat zien, moet je in een boek opschrijven. Stuur dat boek naar de zeven gemeenten in Asia (= Turkije): naar de gemeente in Efeze, in Smyrna, in Pergamum, in Tyatira, in Sardes, in Filadelfia en in Laodicea."

12. Ik draaide mij om, want ik wilde zien wie er tegen mij sprak. En toen ik mij omdraaide, zag ik zeven gouden kandelaren.

13. Tussen die kandelaren zag ik Iemand die op een mens leek. Hij had een gewaad aan dat tot op zijn voeten hing, met om zijn borst een gouden band.

14. Zijn hoofd en zijn haar waren zo wit als witte wol, ja, zo wit als sneeuw. Zijn ogen vlamden als vuur.

15. Zijn voeten leken van gloeiend koper te zijn. Zijn stem klonk als de zee.

16. In zijn rechterhand hield Hij zeven sterren. Uit zijn mond kwam een vlijmscherp zwaard. Zijn gezicht straalde als de zon op het heetst van de dag.

17. Toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar Hij legde zijn hand op mij en zei: "Je hoeft niet bang te zijn. IK BEN de Eerste en de Laatste en de Levende.

18. IK BEN dood geweest, maar nu leef Ik voor eeuwig. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.

19. Schrijf op wat je ziet. Schrijf op wat er nu is, en wat er nog gaat gebeuren.

20. Dit is wat de zeven sterren in mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaren betekenen: de zeven sterren zijn de zeven engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren zijn de zeven gemeenten."

»