Romeinen 16 EBV24
1. Ik vertrouw onze zuster Febe, die een dienares is van de gemeente van Kenkreos, aan jullie toe,
2. opdat jullie haar ontvangen in onze Heer, zoals dat past voor heiligen, en opdat jullie haar helpen in elke zaak waarin zij jullie om hulp vraagt, want zij heeft zelf ook velen geholpen, ook mij.
3. Groet Priscilla en Aquila met de vredegroet, zij zijn mijn medearbeiders in Jezus Christus.
4. Zij hebben hun leven voor mij gewaagd en niet alleen ik ben hen dankbaar, maar ook alle gemeenten van de volken.
5. Groet de gemeente bij hen aan huis met de vredegroet. Groet mijn geliefde Epenetos met de vredegroet. Hij is de eerste vrucht van Achaje in Christus.
6. Groet Maria met de vredegroet. Zij heeft zich veel voor jullie ingespannen.
7. Groet Andronikus en Junia, mijn verwanten en mijn medegevangenen, met de vredegroet. Zij zijn bekend bij de apostelen en waren al vóór mij in Christus.
8. Groet Amplias, mijn geliefde in onze Heer, met de vredegroet.
9. Groet Urbanus, onze medearbeider in Christus, met de vredegroet en mijn geliefde Stachys.
10. Groet Apelles, de uitverkorene in onze Heer, met de vredegroet. Groet de huisgenoten van Aristobulus met de vredegroet.
11. Groet Herodion, die een verwant van mij is, met de vredegroet. Groet de huisgenoten van Narcissus, die in onze Heer zijn, met de vredegroet.
12. Groet Tryfena en Tryfosa, die zich in onze Heer ingespannen hebben, met de vredegroet. Groet mijn geliefde Persis, die zich heel erg in onze Heer ingespannen heeft, met de vredegroet.
13. Groet Rufus, de uitverkorene in onze Heer, met de vredegroet en ook zijn moeder, die ook als een moeder voor mij is.
14. Groet Asyncritus, Flegon, Hermas, Patrobas, Hermes en de broeders die bij hen zijn met de vredegroet.
15. Groet Filologus en Julia, Nereus en zijn zus, en Olympas en alle heiligen die bij hen zijn met de vredegroet.
16. Groet elkaar met een heilige kus. Alle gemeenten van Christus groeten jullie.
17. Maar ik verzoek jullie, mijn broeders, om op te passen voor hen die verdeeldheid veroorzaken en struikelblokken opwerpen, buiten de leer om die jullie geleerd hebben. Blijf bij hen uit de buurt.
18. Want zulke mensen dienen niet onze Here Jezus Christus, maar hun eigen buik. Met mooie woorden en toezeggingen misleiden zij de harten van eenvoudige zielen.
19. Maar jullie gehoorzaamheid is bij alle mensen bekend geworden. Ik verblijd mij daarom over jullie en ik wil dat jullie wijs zijn in het goede en volmaakt vrij zijn van het kwaad.
20. De GOD van de vrede zal de satan spoedig onder jullie voeten verpletteren. De genade van onze Here Jezus Christus zij met jullie. Amen.
21. Timoteüs, mijn medearbeider, groet jullie met de vredegroet en zo ook Lukios en Jason en Sosipater, mijn verwanten.
22. Ik, Tertius, die de brief op schrift heb gesteld, groet jullie in onze Heer met de vredegroet.
23. Gajus, die mijn gastheer is en de gastheer van heel de gemeente, groet jullie met de vredegroet. Erastus, de stadsbestuurder, en broeder Quartus groeten jullie met de vredegroet.
24. Aan Hem die bij machte is jullie te bevestigen door mijn Evangelie - het Evangelie dat verkondigd is over Jezus Christus door de openbaring van het geheimenis dat eeuwenlang verborgen is geweest,
25. maar dat nu geopenbaard is door de profetische Schriften en in opdracht van de eeuwige GOD aan alle volken bekend is gemaakt, opdat zij zullen gehoorzamen door het geloof -
26. aan Hem de enige Wijze, zij de heerlijkheid door Jezus Christus tot in alle eeuwigheid. Amen.
27. De genade van onze Here Jezus Christus zij met jullie allen. Amen.