Romeinen 5 EBV24
1. Wij dan, gerechtvaardigd door het geloof, hebben vrede met GOD door onze Here Jezus Christus.
2. Want door Hem zijn wij door het geloof genaderd tot deze genade waarin wij vaststaan en waardoor wij onszelf gelukkig prijzen in de hoop op de heerlijkheid van GOD.
3. Maar dat niet alleen, want ook het ondergaan van verdrukkingen beschouwen wij als een eer, omdat wij weten dat de verdrukking volharding in ons bewerkt
4. en de volharding bewerkt beproefdheid en de beproefdheid hoop
5. en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde van GOD in onze harten is uitgegoten door de Heilige Geest, die ons gegeven is.
6. Christus is echter in deze tijd, om onze zwakte, voor boosdoeners gestorven.
7. Slechts bij hoge uitzondering zal iemand voor een boosdoener sterven, maar voor een goede is een mens misschien nog wel bereid te sterven.
8. Hierin heeft GOD zijn liefde aan ons getoond, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaren waren.
9. Hoeveel te meer zijn wij dan nu gerechtvaardigd door zijn Bloed en door Hem verlost van de toorn!
10. Want toen wij vijanden waren, heeft GOD Zich met ons laten verzoenen door de dood van zijn Zoon. Hoeveel te meer zullen wij, door zijn verzoening, leven door zijn Leven!
Adam en Christus11. En dat niet alleen, maar wij roemen ook in GOD door onze Here Jezus Christus, door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.
12. Want zoals door één mens de zonde in de wereld gekomen is en door de zonde de dood, zo is ook de dood op alle mensen overgegaan, want allen hebben gezondigd.
13. Want tot aan de Wet was er zonde in de wereld, maar de zonde werd niet toegerekend, omdat er geen Wet was.
14. Maar de dood heeft geregeerd van Adam tot Mozes, ook over hen die niet op dezelfde wijze gezondigd hadden zoals Adam de Wet overtreden had, Adam die het beeld was van Hem die komen zou.
15. Maar zoals het met de val was, zo is het niet met de genadegave. Want als door de val van één velen gestorven zijn, hoeveel te meer zal de genade van GOD en de gave door één Mens, Jezus Christus, voor velen overvloed brengen.
16. De genadegave is niet zoals de overtreding van één, want het oordeel leidde door de overtreding van één tot veroordeling, maar de genadegave leidde van vele zonden tot rechtvaardiging.
17. Want als door de overtreding van één, de dood geregeerd heeft, hoeveel meer zullen zij, die een overvloed van genade en de gave van gerechtigheid ontvangen hebben, in het Leven regeren door die Ene, Jezus Christus.
18. Zoals dus door de overtreding van één de veroordeling over alle mensen gekomen is, zo zal door de gerechtigheid van Eén, de overwinning tot Leven strekken voor alle mensen.
19. Want zoals door de ongehoorzaamheid van één mens velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van Eén velen rechtvaardig worden.
20. Maar met de invoering van de Wet nam de zonde toe en waar de zonde toenam, werd de genade overvloedig,
21. opdat, zoals de zonde regeerde door de dood, zo ook de genade door de gerechtigheid zou regeren tot eeuwig Leven door onze Here Jezus Christus.