Logo
🔍

Romeinen 6 VB

« Bevrijd uit de macht van de zonde

1. Hoe zit het dan? Zullen we dan maar blijven zondigen, opdat de genade des te groter wordt?

2. Beslist niet! Hoe kunnen wij die dood zijn voor de zonde nog in de zonde blijven leven?

3. Weten jullie niet dat wij die in Christus Jezus zijn gedoopt, in zijn dood zijn ondergedompeld?

4. We zijn dus door de doop met Hem begraven in de dood, opdat wij net als Christus, die door de heerlijkheid van de Vader uit de dood werd opgewekt, in een volkomen nieuw leven zouden wandelen.

5. Want als wij één met Hem zijn geworden in zijn dood, zullen we dat ook zijn in zijn opstanding.

6. We weten immers dat onze oude mens met Hem is gekruisigd om af te rekenen met ons leven in de zonde en wij niet langer slaven van de zonde zouden zijn.

7. Want wie gestorven is, is vrijgesproken van zonde.

8. Als we samen met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook samen met Hem zullen leven,

9. omdat we weten dat Christus niet meer zal sterven nu Hij uit de dood is opgewekt: de dood heerst niet meer over Hem.

10. Want toen Hij stierf, stierf Hij eens en voor altijd voor de zonde. En nu Hij leeft, leeft Hij voor God.

11. Beschouw jezelf dus als dood voor de zonde, maar levend voor God, in onze Heer Christus Jezus.

12. Laat de zonde dus niet over je sterfelijk lichaam heersen en geef niet langer gehoor aan de verlangens daarvan.

13. Stel je lichaam niet aan de zonde ter beschikking als werktuig voor kwade zaken, maar stel jezelf aan God ter beschikking, als mensen die dood waren en tot leven zijn gewekt, en laat je door Hem gebruiken als werktuig voor rechtvaardige zaken.

Vrijheid of slavernij

14. Want de zonde zal niet meer over jullie heersen: jullie zijn immers niet onder de Wet, maar onder de genade.

15. Hoe zit het dus? Zullen we dan maar zondigen, omdat we niet meer onder de Wet zijn maar onder de genade? Beslist niet!

16. Jullie weten toch dat je degene aan wie je je als slaaf onderwerpt, ook altijd moet gehoorzamen? Of dat nu is aan de zonde, die tot de dood leidt, of aan de gehoorzaamheid, die leidt tot vrijspraak.

17. Vroeger waren jullie wel slaven van de zonde, maar – prijs God – nu zijn jullie van harte gehoorzaam geworden aan het onderricht dat jullie ontvangen hebben.

18. En nu jullie bevrijd zijn van de zonde, zijn jullie in dienst gekomen van de gerechtigheid.

19. Ik zeg het zo eenvoudig mogelijk, omdat jullie het anders niet kunnen begrijpen. Zoals jullie je eerst als slaven beschikbaar hebben gesteld aan onreinheid en wetteloosheid die leidt tot een leven van wetteloosheid, zo moeten jullie je nu als dienaren beschikbaar stellen aan de gerechtigheid, die tot heiliging leidt.

20. Toen jullie nog slaven waren van de zonde, was er geen spoor van rechtvaardigheid in jullie.

21. Wat was toen de vrucht van de dingen waarvoor jullie je nu schamen? Uiteindelijk de dood!

22. Maar nu jullie bevrijd zijn van de zonde en in dienst van God zijn gekomen, is jullie vrucht heiliging en uiteindelijk het eeuwige leven.

23. Want het loon dat de zonde uitbetaalt is de dood, maar de genadegift van God is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heer.

»