Logo
🔍

Zacharia 10 VB

« Beloften aan Juda

1. "Vraag aan de Heer om regen in de tijd van de late regen, aan de Heer die de onweerswolken maakt, en Hij zal hun regen geven voor alle gewassen.

2. De huisgoden bedriegen, wat de waarzeggers zien zijn leugens, de dromen waarover ze spreken betekenen niets en ze troosten met loze beloften. Daardoor dwalen de mensen als schapen en zijn ze in nood, omdat er geen herder is.

3. Mijn toorn is ontbrand tegen de herders, Ik zal de bokken laten boeten. Want de Heer van de hemellegers zal omzien naar zijn kudde, het huis van Juda. Hij zal het tot zijn trotse strijdros maken.

4. Uit het huis van Juda zal de hoeksteen voortkomen,#10:4 zie Hnd 4:10-11 uit hem de tentpin, uit hem de strijdboog; uit hem zullen alle heersers voortkomen.

5. Ze zullen zijn als krijgshelden die in de strijd [de vijand] vertrappen als vuil in de straten. Ze zullen strijden, omdat de Heer met hen is. Ruiters te paard zullen ze overwinnen.

6. Ik zal het huis van Juda sterken en het huis van Jozef redden. Ik zal hen herstellen, omdat Ik Mij over hen ontferm. Ze zullen zijn alsof Ik hen nooit had verworpen, want Ik ben hun Heer God en Ik zal hen verhoren.

7. De mannen van Efraïm zullen zijn als machtige krijgshelden en dronken van blijdschap zijn. Hun kinderen zullen het zien en blij zijn, hun hart zal jubelen in de Heer.

8. Ik zal hen naar Mij toe fluiten en hen verzamelen, want Ik zal hen bevrijden. Ze zullen weer net zo talrijk worden als vroeger.

9. Ik zaai hen wel uit onder de volken, maar in die verre plaatsen zullen ze weer aan Mij denken. Zij en hun kinderen zullen in leven blijven en ze zullen terugkeren.

10. Want Ik zal hen terugbrengen uit Egypte, hen verzamelen uit Assur. Ik zal hen terugbrengen in de streken van Gilead en de Libanon, maar dat gebied zal niet groot genoeg voor hen zijn.

11. En Hij zal door de zee van ellende gaan en de golven voor hen neerslaan. De stromen zullen droogvallen. Dan zal er een eind gemaakt worden aan de hoogmoed van Assur en de scepter zal uit Egypte verdwijnen.

12. Ik zal hun kracht geven in de Heer, en in zijn naam zullen ze wandelen, zegt de Heer."

»